Schaapbrapad

Gisteren hebben we een bezoekje gebracht aan Sarlat-la-Canéda, omdat het markt was. Die stond vol met droge worsten, foie gras en notenproducten (notentaart, notenolie, …). Het begint zo’n beetje onze dagelijkse routine te worden. Na het ontbijt doen we een uitstapje. De mensen die achteraan in de wagen zitten doen een dutje (Bart vindt zelfs dat onze Lynk een slaapwagen is). Als ons uitstapje lang genoeg duurt, eten we iets ter plaatse. Daarna gaan we op ons gemak een zwemmeke doen om te verfrissen en liggen we een beetje aan het zwembad.

Onze dagindeling schuift alle kanten op. Middageten is van 14u tot 15u en ‘s avonds is het al eens 22u geweest. Daarna vallen we in een hoopje, soms na een digestiefje. Tussendoor aperitieven we gegarandeerd. Het is vandaag terug 31° geweest en stralende zon. Nog geen druppel regen gezien.

Bon, Sarlat dus. Het wordt de filmstad genoemd. En ik begrijp waarom. Overal waar je kijkt, zie je wel een mogelijk filmdecor. We zijn er naar toe gereden met Iris haar navette. En een geluk. Want met de markt was het grootste plein en parking bezet door de markt. En het was er druk. Dus parking zou een beetje moeilijk geweest zijn.

We hebben ook een bezoekje gebracht aan de degustatieruimte/winkel van de ‘Distillerie du Dordogne’, waar we de 20 jaar oude whisky kochten (met truffel in verwerkt) en super zacht en lekker van smaak. Iris kocht een notenlikeur. En die kwam al eens van pas :-).

We kunnen het niet laten. Dus we zijn bij een Vietnamees/Thais restaurantje geweest. En zoals in het Oosten hielpen zelfs de kinderen mee met opdienen. Op de weg er naartoe had ik vermoedelijk heel heel even een zwak moment. Want Iris zag een bord dat een oversteekplaats voor schapen aan moest geven. Ik riep onmiddelijk ‘een schaapbrapad!’. Maar even, heel even vroeg ik me af waarom ze dat eigenlijk een zebrapad noemen.

Vandaag is het nationale feestdag in België. Eventjes hebben we getwijfeld om stoofvlees met frietjes en appelmoes te eten. Maar dat kan niet, want Bart eet niet graag appelmoes.

We zijn naar ‘Oradour-sur-glane’ geweest. Een dorp dat op 10 juni 1944 uitgemoord werd door de Waffen SS. Op die dag werden 643 mensen vermoord, waaronder een 190tal kinderen. Om dat voorval te herdenken heeft men heel het dorp ommuurd en alles gelaten zoals het was. De huizen staan er nog, sommige voorwerpen liggen nog in de huizen, … Dit omdat men zich deze nachtmerrie voor eeuwig zou blijven herinneren…

Het was een flinke rit (zo’n 150km terug naar het noorden), maar zeker de moeite waard. De terugweg deden we zonder autosnelwegen. En dat leverde spectaculaire taferelen op. Van pittoreske dorpjes, naar velden vol met zonnebloemen of appelbomen. En groene natuur al over the place. Machtig!

Line dolgelukkig met haar koetje op haar Limousin burger!!!

En daarna? Terug een plonsje doen, aperitieven, een kleinigheid eten (daar moeten we nog aan beginnen). En misschien eens binnenstappen bij ‘The Black Duck’. Ik heb een heel zwaar leven…

Notenlikeurken, iemand?

Kè een afslagske gemist…

Ik weet niet wat het is, maar telkens Bart ergens naar toe moet rijden, mist hij wel eens een afslagsken. Vandaag waren het er echter een paar. Zo had hij het afslagske van de grotten van Cougnac niet gezien en daarna het afslagsken van restaurantje waar we nog een pint wilden gaan drinken voor de grotten. En we hadden al het afslagsken van de Domme gemist. Toen er ook nog geen parking aan de Domme was, besloten we dan maar om direct de grotten te doen…

Oh ja, aan de grot zaten er blijkbaar agressieve bijen en wespen. Een Frans madammeken was blijkbaar aangevallen. En er kwamen zelfs een ambulance en de pompiers aan te pas. Iris zat dan ook terstond samen met Bart in de put. In de koele put, waar die lieve beestjes niet graag komen omwille van de kou. De ingang van de grot, dus.

Door al die afslagskes te missen, weten we hier al heel wat zijn in de Dordogne. Maar we hebben nog niet veel echt gezien :-). Bart maakte het vanmorgen wel goed door het afslagsken van een grote apotheek NIET te missen, zodat Caroline haar vergeten pillen uiteindelijk kon krijgen. Ik heb het hem vergeven, en heb hem zelfs voorgesteld hem te adopteren in de familie Senechal. sindsdien zegt hij ‘voadere’ tegen mij.

De distillerij hebben we vandaag helemaal al niet gevonden. Allee, wel de fabriek zelf. Maar niet de degustatieruimte. Maar aangezien we morgen toch vermoedelijk naar Sarlat het marktje gaan bezoeken, hebben we dit verschoven naar morgen. En dankzij de navette, die enkel Iris gezien schijnt te hebben, gaan we er zelfs misschien nog geraken.

Deze ochtend hing er een beetje mist, die wat naar rook rook. Maar we hoorden niets van eventuele bosbranden in de buurt. En vanavond kwamen er zelfs een paar wolken aan de staalblauwe hemel. Zou er vanavond dan toch nog een buitje vallen?

Om mijn lezers toch nog aan te tonen dat Bart eigenlijk wel meevalt, behalve zijn navigatiekwaliteiten dan, nog een laatste foto. Waarop je duidelijk zal merken dat wij ook tijdens het verlof een handje uit de mouwen steken. En onze huisbaas, Clwyd, zijn terrasstoelen repareren. En dat zonder de klinken te ambeteren en de vrouwen te repareren!!!

Bootje varen

Gisteren ochtend zijn we naar La Roque Gageac geweest, een schilderachtig dorpje aan de oevers van de Dordogne en voor het grootste deel aan de rotsen gekluisterd. Daar deden we een wandelingetje, wat met een temperatuur van 36° niet zo heel evident is, en de lichaamsvochten overvloedig laat uit je poriën laat barsten. Dit dorp staat in de lijst van de 10 mooiste dorpen van Frankrijk.

Daarna besloten we een boottochtje te maken op de Dordogne, alwaar we overvloedig uitleg kregen over het dorp, de kastelen en andere bezienswaardigheden van een Canadees in een zeer sappig soort Frans. En schoon dat het daar was. Dit werd wel 30x herhaald op het bootje.

Caroline had zelfs het lef om aan de hele boot te vragen om eens te bukken voor de foto (zie hieronder).

Daarna was het alweer tijd voor een verfrissing. We zijn dan ook om wat speeltjes geweest voor aan onze swimming pool en bijpassende Cornetto ijsjes. Met soms spectaculaire gezichtskleuringen als resultaat…

Dordogne

Daar we besloten om dit jaar toch nog niet te vliegen, was de keuze al snel gegaan naar Frankrijk, meer bepaald de Dordogne. In een zwak moment (of twee) had ik over het hoofd gezien dat er geen airco in ons huisje was. Maar eerst moesten we er nog geraken…

Maar dat viel eigenlijk wel nog goed mee. Rond en na Parijs een beetje gesukkeld met wat traag verkeer en een paar ongelukken, maar we bereikten op een uur of tien onze bestemming. Onder de baan hebben we zelfs nog iets genuttigd in een restaurantje met een naam met twee vogels erin. En het was best nog lekker ook…

Aangekomen in onze tijdelijke woning had ik mijn zwakke momenten al snel door. Ik was me al aan het voorstellen hoe ik buiten in de ‘lounge’ zou moeten slapen om toch nog een uil te kunnen knappen. Misschien lag het aan het feit dat ik moe was, maar ik heb toch nog een beetje geslapen. Met het raam open en de ventilator aan. Natuurlijk nadat ik een hele tijd gezaagd had dat het te warm was en zo…

Enkele huizen verder in de straat van onze woonst zit een Ierse pub, the ‘Black Duck’ waar we de eerste avond een ‘kleinigheid gaan eten zijn. Sommige mensen een huisgemaakte cassoulet, ik een Thaise red curry chicken en Iris een ‘Chics and Pips’. Of zo bestelde ze het in elk geval.

Gelukkkig kon ik rekenen op enkele andere chauffeurs om een stukje te rijden. Bart nam het laatste grote stuk voor zijn rekening. Caroline was de rit begonnen, en ik mocht de files tussendoor doen. Bart was zelfs zo vriendelijk om te vragen ‘Hoe leeg rijden jullie de wagen normaal?’. We spraken af dat hij bij het volgende tankstation mocht stoppen. Daar aangekomen riep hij in de wagen ‘daar… een tankstation!!’. Waarna hij gewoon de inrit voorbij reed en dan opperde ‘oei, ik kan er niet aan!!!’. Tof hoor!!

Aangezien het de tweede dag en zondag was, besloten we om er een rustdag van te maken. We zaten een beetje te aperitieven op ons terras.

Mijn lieve echtgenote besloot de basilicum en munt plantjes die onze voorgangers achtergelaten hadden een beetje te bewateren. Bij het terug naar buiten komen liep ze echter heel spontaan met het potje en plantje tegen de schuifdeur aan… die meer dan de helft open stond. Haar gezicht van ‘wat gebeurd er nu?’ was schitterend!

De rest van de dag hebben we wat geplonsd in het zwembad. Sommige mensen zelfs al voor het ontbijt.

En vanavond volgt er een eerste BBQtje. Wat heb ik die gemist vorig jaar!!! Maar eerlijkheid gebiedt me wel jullie te vertellen dat er vorig jaar wel airco was, gedomme!!!

Terug van weggeweest

Onze laatste dag in Normandië is alweer voorbij. We hebben echt gelukt gehad met het weer, en ook deze laatste dag was geen uitzondering. We verlieten na het ontbijt het Mercure hotel in Cabourg om een bezoek te brengen aan Livarot, waar we de Graindorge kaasfabriek gingen bezoeken. Natuurlijk kochten we er ook enkele heerlijke kaasjes. De Livarot kaas leerde ik kennen bij een vorig bezoek aan de Normandie en ik was direct verkocht.

Op weg naar huis had ik nog een zeevruchten restaurant geboekt in Honfleur, namelijk de ‘Bistro du Port’. We verorberden er een majestueuze en super verse zeevruchten schotel met kreeft, krab, wulken, tapijtschelpen, kreukels, garnalen, langoestines, … Na dit laatste smaakvolle afscheid van Normandië konden we moe maar voldaan onze terugrit naar huis aanvangen.

Le Mont Saint Michel

We zijn er uiteindelijk dan toch nog eens geraakt en Bart kan de Mont Saint Michel nu ook van zijn To-Do lijst schrappen. En alweer hadden we heel veel gluk met het goede weer. Ook nu alleen maar regen terwijl we in de wagen zaten.

We zijn 60% op de Mont geraakt, en tegen dan was onze goesting om trappen te doen een beetje over. Bij Mère Poulard stonden ze terug gretig aan te schuiven om eitjes aan € 35 (of zoiets) te nuttigen. Wij zijn een beetje doorgereden en hebben bij ‘La Ferme Saint-Michel‘ het présalé lamsvlees gaan eten. Dit is ook een specialiteit van den berg. Dat deden we pas eens we door de slagbomen geraakt zijn, want het restaurant bleek in een afgesloten gebied te liggen… Ik wil jullie toch het (vermoedelijke) recept van de omelet van Mère Poulard niet achterhouden.

Daarna reden we nog door naar het ‘War Cemetary’ van Bayeux, maar daar hadden we minder geluk met het weer, want het begon goed te gieten. Maar het werd toch stilaan donker. ‘s Avonds zijn we in het hotel blijven hangen, want niemand had honger na de uitgebreide maaltijd in de ferme (foie gras, présalé, kaas en dessert). Dus na het nuttigen van enkele locale biertjes zijn we in ons bedje gekropen, moe van de zeelucht.

Landingsdingen

Vandaag hebben we een paar belangrijke plaatsen van de landing in Normandië bezocht. We zijn gestart in Sainte-mère-église waar we het kerkje met bijbehorende parachutist bezochten. Daarna bezochten we er het Airborne museum, wat trouwens wel de moeite is.

Na een korte middaglunch ging onze escapade verder naar Pointe du Hoc en Omaha beach. We hebben trouwens heel veel geluk met het weer. Telkens we aan het stappen zijn, is het droog en bij momenten zelfs zonnig. Eens in de wagen begint het spontaan te regenen.

Afsluiten deden we in Dives-sur-Mer, waar we het schitterend restaurant ‘A l’Intution’ leerden kennen. Dit is trouwens zeker een bezoekje waard als je hier in de buurt bent. Heerlijke keuken met verrassende combinaties. Tof idee om de mensen niet te laten kiezen tussen kaas of dessert, en een dessertbord te voorzien met allemaal kaasbereidingen (zelfs met roomijs van Camenbert!). Doen!!!

Bonjour Cabourg

We zijn twee jaar geleden al eens op doorreis geweest in deze streek, maar hebben door Corona- en andere toestanden toch nog enkele dingen gemist die we wilden zien. Dus daarom kwamen we nu nog eens terug voor enkele dagen.

Na een tussenstop in Pont l’ Evecque om er enkele flessen lokaal straf appelsap te degusteren en te kopen, was het einddoel in zicht: Cabourg.

Deze keer verblijven we in het Mercure Hotel in Cabourg, omdat dit vrij centraal gelegen is tussen de plaatsen die we willen zien. Een klein, maar mooi hotel met spa en zwembad. Bij onze aankomst hebben we Cabourg bezocht, hebben we daar in de ‘Etoile de Mer‘ niet zo heel goed gegeten en te veel betaald en zijn we via het casino naar de dijk gestapt.

Aangezien het weer nog best wel meeviel na enkele regenbuien, besloten we om toch nog iets te gaan bezoeken. We reden dan ook gezwind naar Arromanches, om er de achtergelaten pontons en andere landingvaartuigen te gaan bekijken. We zijn er daarna beland in een toffe bar en hebben er dan nog verrassend OK gegeten in het ‘Hotel de Normandie‘. Ik gebruik de term verrassend, omdat ik er bij de eerste aanblik niet van overtuigd was dat het zou meevallen.

In het terugrijden werden er vanop de achterzetel dan ook geanimeerde gesprekken gevoerd met zinnen als “oe iet diene grafuup neu uuk alwére? Tumulus!” en “Daddes ier zuudoinig pikkedoenker dadde zelfs nie ziet dadda neeverst de zie aan ‘t raaien zaat”. In het naar Cabourg rijden deed Iris al een eerst poging met “Ik ben aan het dingenen op mijn derde”.

Einde

Ons Ardèche avontuur is inmiddels volledig afgelopen en we zijn weer veilig thuis geraakt. Het is alweer een leuke (rust)vakantie geworden. En dat ligt voornamelijk aan mijn drie reisgenoten. Aan mij hebben ze dit jaar iets minder gehad (toch één of een half been minder). Maar die last van mijn knie ben ik tussendoor wel even vergeten, vooral door de schoonheid van de streek en de steeds andere, maar steeds adembenemende landschappen en uitzichten.

In tegenstelling tot de overvloedige regenbuien in België, kregen wij alle dagen schitterend (soms zelf te warm) weer. En slechts twee maal een onweer ‘s nachts. Maar tegen de ochtend was de zon alweer van de partij…

En we hebben ook schitterende wijnen ontdekt, die daarenboven nog betaalbaar bleken te zijn. Zie hiervoor ons bezoek aan de wijnboer. “Terre Des Amoureuses – Dandy” is er een andere.

De laatste dag hadden we ons voorgenomen om niet te veel te doen. Maar er moesten nog enkele souvenirs en cadeautjes gekocht worden. Er was markt in Ruoms, dus we gingen daarheen. Met mijn getraind arendsoog ontdekte in bij het binnenrijden van het dorp een micro brouwerij/restaurant. We zijn er na de markt dan ook een pint gaan nuttigen. Geen hoogvlieger, trouwens. De hamburgers ruikten schitterend, maar hebben we niet geproefd, want we hadden nog wat ‘overschotjes’ in de frigo die nog moesten weggewerkt worden.

Iris was verbaasd dat Bart en ik ons een pint van 50cl bestelden, en bestelde voor zichzelf dan maar een pintje van 25… liter.

Aan ons huisje was er een vijver met vissen en waterlelies. We hoorden achteraf dat ze dat geplaatst hebben tegen de muggen (de eitjes van de muggen worden opgegeten door de vissen). De muggen blijken pas dit jaar een probleem te zijn. Veel honger bleken de vissen echter niet te hebben. Onze benen en armen waren daar de bewijzen van. En we zijn ondertussen ervaringsdeskundigen wanneer het gaat over anti-jeuk zalfjes. Ook hiervan kochten we ons een verpakking van 25 liter.

‘s Avonds zijn we dan nog gegrild varken à volonté gaan eten, voorafgegaan van een terrine met foie gras. Het varken op zich was super lekker, al vond ik ons speenvarken in Spa nog lekkerder. De bijgegeven tijmsaus was ça va en we vonden unaniem onze eigen gemaakte ratatouille beter dan die van het restaurant. Wat wel verrassend was, was dat er kleine zoete druifjes in verwerkt waren.

Misschien nog een kleinigheidje. Tijdens het eten waren we bezig over het feit dat je het woord feestje moet uispreken als ‘feesje’. Waarop Iris dan vroeg: “Wat doe je dan met poesje? Poestje?”.

The end.