Safari (deel2)

Voorlopig (wegens tijdgebrek en censuur) is er niet veel nieuws te vertellen, maar toch alvast al wat sfeerbeelden van onze tweede safaridag.

We werden ‘s morgen om een vreselijk uur uit ons bed gehaald (5u30) om tot 9u op safari te gaan. Na een 1,5 uren stopten we even voor een koffie (en ja hoor, al met Amarula). Voor het vertrek hadden we al een croissant gehad (met kaas en hesp) om een dag goed te beginnen. En na de safari was het dan tijd voor deel 3 van het ontbijt.

Daarna was het tijd om te lunchen, en daarna alweer tijd voor 3 uren wilde safari. Bart en Iris kochten een beanie van ons Safarikamp, maar Iris had die van Bart al na een uur scheefgeslagen. Volgens de beschuldigde zelf had Bart die op haar valies gelegd. We zullen welllicht nooit de volledige waarheid kennen.

Eventjes melden aan de rest van de familie dat we hier al super lekkere Papaya gegeten hebben. Volgens Bart smaakt dat naar vis.

Mocht je je afvragen wie die hippe rapster is in de jeep, wel dat is gewoon Iris. Ik ga haar voor haar volgende verjaardag zeker een cursus rappen voor beginners cadeau doen…

We zijn vandaag voor de derde keer naar God’s Window geweest. De eerste maal zijn we er niet geraakt door de dichte mist, de tweede keer wel en zagen we niet door de dichte mist maar de derde maal in de stralende zon. Dus toch nog gelukt…

Awimbawe

Vandaag zijn we nog eens teruggereden naar Gods window. Er was wat minder mist dan gisteren, maar veel hebben we niet gezien. God zijn window zat potdicht. Alleen hadden we door de mist wel indruk van een gapende diepte. Ik neem eventjes een foto van het internet om het contrast te tonen van wat wij hebben en hadden kunnen zien…

Toen we alweer overstekende koeien hadden op één van de Rxx wegen, vond Iris dat het geen voetgangers, maar pootgangers waren. Onderweg van Gods window naar ons safari kamp (Kapama Southern Camp) hebben we nog bij een kleine shopping mall een piza gegeten. Daar waren wij in elk geval de enige blanken in het gezelschap.

Eenmaal we de toegangspoort naar Kapama voorbij waren, en dus al in de game reserve waren, opperde ik luidop in de wagen: “de eerste die een giraf ziet, betaal ik een pint”. Nog geen 5 minuten later kwam er van mijn rechterzijde een oerkreet. Bart had daadwerkelijk een giraf (kameelperd in het Zuid Afrikaans) gezien!

Eens in het kamp was er een beetje chaos. Want Bart en Caroline bleken een koppel te zijn, en Alain en Dominique ook. Tegen dat we dat uitgelegd kregen aan onze vriendelijk hotelmedewerkster, waren we een half uurtje verder. En had Bart te veel details van zijn liefdesleven verteld.

Een half uur later werden we verwacht voor de ‘high tea’ en kort daarna gingen we op stap voor onze eerste safari. Die zou van 16u tot 19u duren. Nog geen uur later stonden we oog in oog met twee leeuwen broers.

Nog een half uurtje later konden we even uitstappen voor een aperitiefje tussen het wild. Terwijl ons een zebra voorbij kuierde, stonden wij te genieten van een pint met nootjes, bitong, … En in de verte hoorden we enkele leeuwen brullen…

Ook het avondeten was super. Een koude schotel met zalm, gemarineerde gember, avocado en een soja/wasabi sausje. Boterzacht buikspek met een super krokante randje en superlekkere spinazie in de roomsaus. En daarna een Zuid Afrikaanse kaasschotel met een zoete sherry erbij. En dit alles in een unieke setting. Top!

Morgen moeten we om 5u30 op voor een ochtend safari (vertrekken om 6u30). Dus vanavond vroeg in ons bedje…

Ver###?!!e weergoden

Gisteren wilden de weergoden niet echt met ons meewerken. Het was en bleef somber en grijs. Met temperaturen van 9-10° was het zelfs heel frisjes te noemen. We hadden bij het ontbijt de weersites van Bart en van Line vergeleken en die varieerden van 14-20°… Ik denk dat dat dan 10* ‘s morgen en 10° ‘s middags was. Vandaag was er plots ook een internationaal rijbewijs zoek geraakt. Ik ga de naam niet vermelden, maar zijn naam begint met B.

Niettegenstaande dit hebben we toch een poging gedaan om een deel van een panoramische route te doen. Die bracht ons van Hazyview naar Pelgrim’s Rest, wat een oud mijnwerkersstadje is. Hoe meer we die kant op reden, hoe mistiger het werd. Op sommige momenten zagen we echt geen hand voor onze ogen. Combineer dat met af en toe vrij diepe gaten in de weg, links rijden met een wagen die je niet kent en op wegen die je niet kent. Dan kan je je ongeveer onze rit voorstellen.

Na het nuttigen van een lekkere hartige pannenkoek bij Harry’s, slaagden we er toch in om één van de watervallen, Mac Mac Falls, te vinden. En daar was er gelukkig niet zoveel mist. Onderweg slaagden we er al in om als voorbereiding op onze safari dagen al de ‘Small Five’ te zien: hondje, aapje, blauw vogeltje, fretje en koetje.

Op de parking van de MacMac Falls, waar ik tevergeefs vroeg aan de parkingbediende of ze Bart niet wilden houden, kwamen we zelfs nog Sinterklaas tegen (lees: toerist in een lange rode fleeze deken), en hij had zelfs geen zw… p… bij (wat in Zuid Afrika eerder uitzonderlijk is).

Daarna deden we nog een poging om in de dichte mist naar ‘Gods Window’ te rijden, maar de mist werd zodanig erg dat we teruggekeerd zijn. Na een lekker avondmaal in onze Inn en nog een digestiefje op onze kamer was het alweer bedtijd.

Het weer ziet er deze morgen niet veel beter uit, maar we gaan toch nog eens een poging doen voor Gods Window. Het weer van de volgende dagen ziet er alvast wel beter uit. Gelukkig, want anders valt onze safari ook in het water…

Aangekomen!

We zijn maar liefst ongeveer 9.000km en zo’n 29 uren onderweg geweest om onze eerste bestemming te bereiken, maar we zijn er…

Tijdens die 29 uren hebben we eerst onze boarding tickets verloren (allee, Bart toch). En bij het teruglopen van de ‘speciale’ rij naar de gewone wachtrij vond Iris het boarding ticket van Bart zelfs terug op de vloer van de wachtruimte. Daarna hebben we tot 3x toe van huurwagen gewisseld omdat nooit de combinatie van ons met al onze bagage erin pasten, de koffer niet helemaal dicht ging, … De derde is een Chinese SUV geworden met de merknaam ‘Haval’. Een ruime en aangename wagen voor ons én onze valiezen.

Tijdens diezelfde 29 uren was Iris haar muis aan het blinken (vraag me niet de precieze omstandigheden en/of details van het uiteindelijke resultaat).

Ook nog tijdens die 29 uren zijn we even gestopt langs een wegrestaurant om bij de plaatselijke Quick een hamburger te gaan eten. Maar hiervoor zijn we eerst tot 3x toe langs het Nelson Mandela beeld op de luchthaven gereden, omdat Bart enkele afslagskes gemist had. Maar het spreekt in zijn voordeel dat het met een wagen was die hij niet gewoon was, en langs de linkerzijde van de weg en met het stuur aan de rechterzijde. En we hebben daarna onze ogen nog eens de kost gegeven omdat er allerlei loslopen wild (Afrikaners) en andere dingen gewoon op de ‘aurostrade’ liepen.

Uiteindelijk bereikten we onze eindbestemming: de ‘Rissingron Inn‘ in Hazyview. We aten er nog een kleinigheid, dronken er onze eerste fles Zuid Afrikaanse wijn en gingen daarna slapen… verschrikkelijk moe maar voldaan. Oh ja, in onze douche kunnen we gerust een feestje geven voor 12 personen, en dan staat ze zelfs nog niet helemaal vol!!!

Au réservoir, Dordogne

Onze vakantie liep stilaan ten einde, maar de laatste dag wilden we toch nog iets zien. Ik had in een foldertje toch nog twee bezienswaardigheden gevonden die een beetje afweken van de andere dingen die we zagen en het weer was niet te schitterend. Dus we besloten dingen te doen waarbij we toch een beetje een dak boven ons hoofd hadden.

Het eerste was ‘Le train touristique de quercy’. Een heuse stoomtrein die je een uurtje meeneemt doorheen de Dordogne valei.

Natuurlijk is het leuk om op een stoomtrein te zitten van meer dan 100 jaar oud, maar verder waren de uitzichten fantastisch mooi…

Na onze stoomreis gingen we verder naar ‘Musée du temps qui passe’. Een winkelstraat met vitrines van allerlei winkels van 1840-1960. Ik dacht dat we daar snel zouden door zijn en dat het zoiets was waarvan je achteraf zou zeggen van ‘het was mooi gedaan’ en dat het daar zou stoppen.

Maar niet alleen waren de winkeltjes heel mooi nagebouwd, maar er was ook een leuke zoektocht in het concept ingewerkt. In de meeste vitrines was een voorwerp geplaatst die duidelijk nieuwer was (nieuwer dan 1980) dan de rest van de vitrine. Bij onze eerste poging haalden we 27/30 om deze voorwerpen te vinden, na de herkansing 30/30! Tof concept, want het verplicht je om de vitrines aandachtig te bekijken.

Gelukkig was het weer ondertussen een beetje beter geworden. ‘s Avonds zijn we nog gaan eten in ‘Lo Goradisso’, een adres dat Bart gevonden had. Bij aankomst bleek dit tevens een camping te zijn. We aten er in de tuin. De locatie was tamelijk Frans. Net niet helemaal top en hier en daar al wat dingen defect en/of versleten en de kersverse ober was een beetje bang om tegen de gasten te praten. Maar de gerechtjes vielen reuze mee. Alleen was het een beetje te zwaar voor mijn maag en deed ik bijna geen oog dicht ‘s nachts.

De escargots in combinatie met een beetje foie gras waren super. Ik koos wel het verkeerde hoofdgerecht. Mijn everzwijn stoofpot was meer dan dik OK, maar het andere gerecht (van de foto links), speenvarken gemarineerd met mandarijn was njammie.

De laatste ochtend waren we afgesproken om vroeg te vertrekken. Dan kon Bart nog naar de Buffalo’s gaan kijken. Helaas is die wedstrijd geëindigd op 1-1. Maar wij hebben er een fantastische vakantie aan overgehouden. Met dank aan mijn reisgenoten en de fantastisch mooie Dordogne streek. Net dicht genoeg om de rit huiswaarts niet te lang te maken en zuidelijk genoeg om van mooi weer te kunnen genieten.

Ik wist echt niet wat ik me moest voorstellen bij de Dordogne streek en was zelfs een beetje vergeten dat dit de streek was van de foie gras en de Monbazillac. Mmmmm… (en ja, ik weet dat foie gras eigenlijk een nono is, voor er reacties komen). In elk geval, als je in de Dordogne streek echt ‘canard’ bent van de Monbazillac moet je opletten dat ze je geen dij of een lever afhandig maken om in een gerechtje te verwerken. Super groen (alhoewel het met de droogte van deze zomer op sommige plaatsen niet altijd het geval was) en super laid back!!

Airgolf

Deze morgen kwam Iris met een spectaculair verhaal bij het ontbijt. Ze had vanmorgen iemand in zijn/haar slaap horen roepen ‘Doen!’. Heeft ze het zelf gedroomd? Of was het echt? We weten het nog steeds niet. Bart kwam dan weer één van de voorbije dagen met het verhaal van een droom dat er een rat in zijn bed zat. Hij werd spartelend wakker met zijn benen omhoog (zo verteld hij ons toch).

We zijn vandaag gaan golfen in Montignac. Als je er naar toe rijdt met de wagen, begin je al te vermageren! Eén van mijn reisgenoten (ik zal hem niet vernoemen, maar zijn naam begint met een B), verplicht me een beetje om te vermelden dat ik als laatste geëindigd ben. De eerste plaats was voor Iris, op enkele punten gevolgd door Caroline, dan Bart en dan… ik.

Diezelfde reisgezel vroeg me ook te vermelden dat ik de tweede keer met petanque als laatste eindigde. Maar hij vroeg niet om nog eens te zeggen dat ik de eerste keer glansrijk als eerste eindigde. Maar goed…

Na een driegangenlunch van maar liefst €13,5 per persoon ging onze trip verder naar de aéroport van Sarlat-Domme. Iris had gisteren heel enthousiast gereageerd op een mogelijke helicoptervlucht: “Ik heb dit al altijd eens willen doen!!!”. Wie zijn wij om haar dat te ontzeggen.

De piloot bleek een Italiaan te zijn, de helicopter was dan weer van een Belgisch bedrijf (vandaar het nummer OO op de staart). De eigenares van het ‘Air Chateaux’ bedrijf is immers een Belgische.

Onze piloot vliegt in de vakantiemaanden hier in de Dordogne. In de andere maanden vliegt hij overal een beetje, maar ook veel in België. Zo vloog hij al boven Watteren, Zootegen, Ronsi en Eelko. Zijn uitspraak van de Vlaamse steden bleek achteraf niet zo heel goed. Hij geeft hier en in Vlaanderen ook veel vlieglessen, waaronder aan een aantal ‘celebs’.

Iris mocht natuurlijk vooraan zitten. Ik ging zelfs mee, volledig in paniek (zie foto :-)). Er stond ook nog een mooi, bijna volledig vliegtuigje en enkele sportvliegtuigjes.

We stopten op de terugweg in Sarlat bij De E.Leclerc, waar we voor de derde keer door dezelfde kassier geholpen werden. Hij had nu wel zijn bolletjestrui verloren die hij bij de eerste twee bezoeken nog had (E.Leclerc is één van de hoofdsponsors van de ‘Tour de France’).

Al een beetje aftellen

We beginnen stilaan een beetje af te tellen naar onze terugreis naar België.

Na het ontbijt reden we naar het dorp om eens te gaan rondsnuisteren in een winkeltje met producten van locale producenten. We kochten er onder andere een worst met gerookte forel, wat ‘s avonds een goed plan B bleek te zijn voor ons niet zo heel fris meer ruikende eend- en varkensworsten.

Vandaag zijn we naar het kerkje gestapt een beetje verder in onze straat. Niet dat het zo’n lange wandeling was, maar plots lag daar op onze terugweg toch wel de ‘Black Duck’ zeker?! We zijn dan daar nog maar eens binnengestapt om te gaan aperitieven. En we zijn er dan aansluitend ook nog iets ‘kleins’ blijven eten. Eén van de leveranciers van onze inmiddels vertrouwde Irish Pub bleek dan tevens ook nog de man te zijn waarvoor Bart tot twee maal toe de deur open hield in het winkeltje van de vorige paragraaf. It’s a small village after all.

Na de middag stond een bzoekje aan de ‘Cabanes du Breuil’ op de ‘planning’. Deze nog steeds actieve boerderij bestaat (naast een iets moderner gebouwde boerderij zelf) uit een aantal huisjes gebouwd met ‘pierres sèches’. Die zijn gewoon op elkaar gelegd, zonder cement, leem of weet ik veel welke kleefdinges dan ook. Een niet zo heel erg lieve Franse mevrouw maakte er een opmerking over een kip met een aantal kuikens waar we vertederd naar stonden te kijken: ‘die kuikens zouden ideaal zijn om mijn poes eens te laten spelen’. Stoute mevrouw!

Vlakbij lag het kasteel van Puymartin. De kasteelheer werd heel lang geleden (in de tijd van de kastelen natuurlijk) bedrogen door zijn kasteelmadam. Zijn oplossing hiervoor was om haar op te sluiten in (hoe kan het ook anders) een torenkamer. En dit maar liefst voor 15 jaar. Ze stierf er ook. De legende gaat dat ze nog steeds ronddwaalt in het kasteel. Caroline en Iris hebben haar zelfs op een deur horen kloppen. Bart en ik waren om één of andere reden niet mee en bleven aan de ‘acceuil’ vegeteren. We werden zelfs twee maal gestraft! Kijk maar eens naar de foto.

Bij het terugrijden naar onze tijdelijke huisvesting heb ik heel uitzonderlijk ook een afslagske gemist. Ik moet er wel bij opmerken dat dit bijna nooit voorkomt, maar vermoedelijk was ik een beetje moe.

Nadat Iris (alweer heel voorzichtig) een stukje notentaart en een ijsje at, sloten we onze namiddag af met een bezoekje aan het zwembad.

Ook dit wordt stilaan een dagelijks verfrissend tafereel. Na het zwemmen bleek dat ik niet de enige was die een beetje moe was, want daar lag niet één, maar lagen er twee ronkers op de ligzetels. Ook het ‘synchroonzwemmen’ begint al aardig te lukken.

Van Bart waren we inmiddels gewoon dat hij bij elke autorit stilletjes snurkte op de achterbank. Maar van Caroline waren we dit nog niet gewoon. De enige manier om Bart wakker te houden in de wagen is hem zelf te laten rijden.

De temperatuur was niet overdreven hoog, dus we besloten toch nog een stukje extra te breien aan onze namiddag met een zeer sportieve prestatie. Onze petanque baan lonkte en de wedstrijd werd uiteindelijk beslecht in het voordeel van Caroline, die ons gewoon van de petanquebaan speelde.

Daarna? Euhm… terug aperitieven en plan B forelworst (en andere rookworst eten).

Luie zondag en… wijnen (te roepen als Martien Meiland)!

Na een luie en vooral hete zondag besloten we maandag de ‘Perigord Pourpre’ op te zoeken. Wij zitten vlakbij Sarlat, waar het landschap overwegend bestaat uit weelderige natuur en veel bossen.

In de Périgard Pourpre (op het kaartje het donkerrode gedeelte) domineren de wijnvelden en de landbouw. We reden dan ook naar Bergerac en Monbazillac. We hadden op het internet een Belgische mevrouw gevonden die (wat we later vernomen) een Brusselse boekhoudster geweest was die op een bepaald moment besloten heeft haar wijnpassie te concretiseren door in Monbazillac een eigen wijngaard te beginnen.

In haar Chateau du Haut Pézaud doet ze tevens ook nog aperitiefwandelingen met uitleg doorheen haar wijngaard (wat wij deden), doet ze wijnevents en heeft ze enkele standplaatsen voor kampers. We leerden er veel bij hoe de bio wijnboeren insecten en ander onheil bevechten met o.a. koper en zwavel. Verder planten zij andere gewassen tussen de wijnstokken om de bodem te beschermen en de groei van de wijnstokken te regelen. En ze plaatsen nestkastjes voor vleermuizen om tijdens de nacht op jacht te gaan op een aantal vlinders die met graagte eitjes leggen in de druiven.

Een uitgebreide lunch voor €16,5 per persoon in ‘Restaurant Le Tuquet’ (soep, charcuterieschotel, kalfsstoofpot, kaas en dessert) gaf ons daarna de kracht voor onze volgende bestemming. Dus reden we door naar een vriendelijke en praatgrage wijnboer bij ‘Clos de Castelau’, waar Caro vorig jaar als eens geweest was en wiens wijn Bart nogal wist te bekoren. Ook daar hebben we zijn heerlijkheden geproefd en gekocht.

Omdat we dan toch al over halfweg waren, reden we dan door naar Saint-Emilion in de Gironde. Daar hadden de ouders van Bart recent een huis gehuurd en zij wezen er ons op dat Saint-Emilion een zeer mooi stadje is. Helaas zat het weer niet echt mee en begon het na een korte wandeling doorheen het centrum nogal te regenen.

Dankzij een gemist afslagske van Bart (alshoewel hij beweerd dat het de schuld van zatte Frank was) kregen we nog een prachtig ritje langsheen Pomerol en Lalande Pomeral als afsluiter. By the way: zatte Frank is de genderneutrale smurfenstem van de GPS in onzez Lynk&Co, en niet Bart of ikzelf!

Domme waterlelies!

Na een beetje een fris ontbijt was het plan om naar Domme te gaan. We wisten het ondertussen al zijn :-), maar we waren er de vorige keer enkel door gereden.

Aangekomen in Domme parkeerden we in ‘le parking externe’ en namen toen ‘le petit train Dommeois’. Kwestie van niet naar boven te moeten klauteren en ondertussen een mooi beeld en uitleg van het dorp te krijgen. Domme is een bastide boven op een berg. En je hebt er immens mooie vergezichten over de Dordogne valei. Als middageten kozen we voor een mooi binnenkoertje waar een aantal restaurants en café een mooi terrasje gemaakt hadden. We aten er een best lekkere pizza en Iris koos voor een decadente pannenkoek met eendeworst, foie gras, noten en een lokale kaas waarvan mij de naam eventjes niet te binnen schiet.

Daarna ging de reis verder naar ‘Le Jardin de l’Eau’. Bijna stapten we binnen in het plaatselijke RVT, maar onze leeftijd laat dit nog even niet toe. Toch blij dat we het niet gedaan hebben, want wie weet waren we er nog ooit uit geraakt.

Le Jardin de l’Eau is een mooie tuin in een valleitje, waar men allerlei vijvers met waterplanten en – bloemen geplant heeft. Ondertussen was de temperatuur alweer gestegen naar 31°. Zeer mooie en soms zelfs indrukwekkende waterbloemen met bladeren tot wel een meter diameter. En hier en daar een kikker.

Josephine Baker

Gisteren gingen we naar de Château des Milandes, meer dan 30 jaar de residentie van Josephine Baker, danseres, zangeres en actrice. Eerst Amerikaanse en later Française. Ze woonde daar met haar echtgenoot en een waaier van adoptiekinderen van over heel de wereld. Dat laatste om te bewijzen dat een echt multicultureel gezin volledig in harmonie kon samenleven. Tijdens de oorlog was ze ook actief in het verzet en wist ze een aantal Joodse gezinnen van de razernij van de nazi’s te beschermen.

Ze was gekend om haar feestjes op het kasteel, waar menig BF aanwezig was. Ze zorgde er ook voor dat het dorp waar het kasteel gevestigd is, het eerste was met stromend water en van die dingen.

Ze was in haar tijd ook het gezicht van enkele wijnhuizen, waaronder ‘Cheval Blanc’ en ‘Moët et Chandon’. Na een mooie rondleiding doorhen het kasteel en haar art deco badkamers, volgde er nog een roofvogelshow achter het kasteel.

Omdat het wel zag zitten, kuierden we daarna nog even door de tuin (gelegen boven op een heuvel) en moesten we daarna nog de kleine (maar zeer vele) trapjes op.

Daarna vervolgden we onze weg terug naar Crepin et Carlucet, naar ons ‘eigen’ huisje. Waar we alweer werk konden maken van het voederen van onze eigen roofvogels…