Sneukeltocht

Als je door een, zeg maar, half Griekse / half Nederlandse, door de stad geleid wordt voor een zeg maar culinaire wandeling dan krijg je een heel ander, zeg maar, beeld van de stad. Ons beeld van de stad was al een beetje veranderd. Want nu waren het niet vele straten met gesloten winkeltjes (weekend), maar nu was er veel open en was er meer volk op straat.

We wandelden eerst tot aan het kantoor van Maria, en stapten daarna met haar naar een aantal oude voeding winkeltjes om daarna te eindigen met een Griekse familie lunch. Maria bleek echt iedereen in die marktjes te kennen en was een super enthousiaste gidse. Ze leerde ons, naast een aantal Griekse specialiteiten, ook veel van de geschiedenis van de stad.

Ze vertelde ze ons over de eeuwenlange bezetting door de Ottomanen, de uitwisseling van gebieden bij het einde van die bezetting, de grote stadsbrand die de helft van de gebouwen in de stad vernielde, de aardbeving die ook een groot aantal gebouwen beschadigde. In die periode woonden er veel Franse architecten, die hielpen om de stad opnieuw op te bouwen. Nog steeds zie je grote gebouwen met Franse balkonnetjes en Griekse versiersels.

Ze vertelde ook dat er door de Turkse ‘big chief’ ook een groot aantal joden van over naar de stad gehaald om de rijkdom van de stad te vergroten en de invloed van de Grieken zelf te verkleinen. Toen een groot aantal Joden niet meer terugkwamen van de concentratiekampen, bleven die huizen leeg staan. En er staan er nu nog altijd veel leeg. De verhalen over de stadsgeschiedenis leerde ons waarom Thessaloniki een mengelmoes is van verschillende stijlen en waarom er zoveel leegstaande panden waren.

Die buitenlandse invloeden hebben ook veel invloed gehad op de gerechten van Thessaloniki, dat tevens op de kruidenroute lag. Onze smaakwandeling bracht ons eerst bij een winkeltje waar ze Lokum maken (Grieks fruit, hihi) en wat Maria ‘spoon-sweets’ noemde. Hele vruchten, gekookt met suiker tot een plakkerige brij. De traditie wil dat je hiermee je gasten verwelkomt. Er is zelfs een versie gemaakt van rozenblaadjes, die super lekker is en waarvan we enkele potten meehebben naar huis.

Na een stop bij een oud badhuis, bracht de wandeling ons voorbij een koffiehuis, waar traditionele Griekse koffie geschonken werd (je weet wel, met dat gruis er in). Daarna gingen we een bakker waar traditionele ronde broodjes met sesamzaad gebakken werden, en die ook nog traditionele ‘pitta’ gemaakt werd. Dat laatste is bladerdeeg, gevuld met hartige of zoete vullingen.

Bij de koffiebar vertelde Maria ons ook over een oud Grieks gebruik om koffiedik te kijken om de toekomst te voorspellen. Je moet het koffiegruis verdelen over de gehele zijkant van het kopje door het voorzichtig rond te draaien. Daarna ze je het kopje ondersteboven op een bordje. Met de figuren in het koffiegruis dat overblijft in het kopje kan je de drinker van de koffie zijn/haar toekomst voorspellen. Ze ontdekte waarempel een hartje in het kopje van Bart.

We gingen er door de vismarkt, passeerden verschillende kruidenwinkeltjes. Bij één van de oudste kruidenwinkels deed onze gids het verhaal over de kruidenroute en hoe Thessaloniki de culinaire hoofdstad is van Griekenland. Mijn oog viel onmiddellijk op een zak met hop. Ik vroeg me af of ze dit ook in gerechten gebruikten, maar het was ook gewoon voor bier.

Natuurlijk gingen we nog fetta (veel lekkerder of de fetta die je bij ons vindt) proeven en stopten we bij een kaaswinkel om ook de andere Griekse kazen te degusteren. Er was zelfs een kaas bij met cacaobrokken in. Die proefden we niet, maar de andere kazen waren super.

Het standje met de olijven was niet direct mijn favoriet, maar ik proefde ze wel. Dus eigenlijk zijn Bart en Iris nu ook verplicht om een Ouzo te drinken. Bart at er een olijf met chili, die veel pikanter bleek te zijn dan hij dacht. Het was ondertussen al behoorlijk warm en er kwam dus zelfs stoom uit zijn oren.

Daarna volgde nog een typische Griekse familielunch, met een veelvoud van kleurrijke gerechten op de tafel. We aten er ongeveer de helft van op, want het werd allemaal toch een beetje veel.

Nadat we afscheid namen van Maria en haar stagiaire Joni, deden we nog enkele plekjes aan die Maria ons had aangeraden. We stapten eerst naar het Romeinse Forum, waarna de zengende hitte ons noopte te het stoppen aan een Grieks café. Daar bleven we een paar pinten te lang hangen, want we kregen onze dorst maar niet gestild. Maar moedig als we zijn stapten we verder naar het Venizelou metro station, die een ingebouwde romeinse heirweg bleek te bevatten. Na een korte wandeling van daar naar ons hotel was het voor ons alweer genoeg geweest.

Foto’s volgen, maar nu eerst ontbijt…

Oude stenen

De ochtend begon al goed. Ons hotel heeft een aantal (hoog)technologische snufjes. Toen Bart in zijn douche aan het touwtje trok om ik weet niet wat te doen, bleek dit de telefoon te triggeren naast Iris. Die dacht op haar beurt ‘ik neem niet op’. Bart kwam dan ook maar vliegenslvlug uit de douche, nam de telefoon op, waarna de receptioniste vroeg ‘Does anybody have a problem in the shower?’. Foto’s of bewijzen ontbreken hiervan.

We deden vandaag een bezoek aan de archeologische sites van Vergina en Dion. Bij de eerste bestemming moesten we nog een stuk de heuvel op klimmen. Aan de parking beneden zat een oude man met peren en pruimen. Super lekker.

Na ons eerste oudheidbezoekje stopten we langs de terugweg naar de parking bij een Taverna. Daar zat een Griekse familie zelf te lunchen. Het bleek ‘self service’ te zijn voor het eten. We mochten er kiezen uit een aantal bain-marie bakken. Ik koos voor gestoofd rundsvlees, gestoofde artisjokkenbodems en wat aardappelen. De vrouwen gingen voluit voor de moussaka en Bart koos voor het Griekse slaatje. Allemaal super lekker. Als we voorbij de tafel van de locals passeerden, kreeg Bart een glaasje brandewijn aangeboden (naam weet ik niet meer) die de locals soms drinken bij hun eten. De smaak gaat naar een France Marc.

Daarna reden we verder naar Dion. We passeerden een streek waar overal ooievaars bleken te zitten. Ook op de site zelf aan de voet van Mount Olympus, vloog ons een ooievaar voorbij.

Wanneer we daar, na een vrij stevige en warme wandeling terug vertrokken, passeerden we velden en velden van wat wij dachten druivenstokken te zijn. Na nader onderzoek ging het om… kiwi’s! Vlak hiervoor aten we aan de inkom van de site een ijsje, waar Iris verdomd veel las bleek te hebben met het verwijderen van het papiertje van haar ijsje.

Het was ons al opgevallen, maar de Grieken geloven niet echt op duidelijk aangegeven rijstroken. Wanneer Google maps zegt om de middelste rijstrook te nemen, is het altijd een beetje gokken waar die is.

Wanneer we moe maar voldaan terug aan ons hotelletje kwamen, namen we een frisse douche. We zouden daarna in de rooftop bar een beetje chillen. Maar er bleek een privé feestje te zijn van een aantal rechten studenten. Gelukkig konden we nog op het tweede dakterras zitten. Deze kant van het dakterras is op zich wel mooi, maar toont ook een stuk desolaat deel van de stad met zelfs een groot aantal lege, kramakkelige gebouwen.

We leerden er wel Tania, onze oberin van dienst, kennen als Bart aangaf dringend een advocate nodig te hebben. Want de meeste gasten van dat feestje waren jonge, Griekse dames. Tania stelde voor om haar zus eens mee te brengen en aan Bart voor te stellen :-).

Wijle weg

Alles ging supervlot op de weg naar de luchthaven, tot we net aan de luchthaven waren en er een hele file bleek te zijn. Niettegenstaande deze drukte ging het inchecken verbazend vlug en hadden we een vlucht die bij het einde voor ons leek dat we pas waren opgestegen (en dat was ook zo).

Voor die vlucht besloten we om nog iets kleins te eten, omdat we niet zeker waren dat we iets zouden krijgen aan boord van Aegean airlines. Mijn reisgenoten besloten een ontbijtje te nemen. Dat had ik die dag al eens gedaan, dus ik nam daarna in het (beikes) Leffecafé een ham/cheese sandwich en eindigden Bart en ik om 10 uur ’s morgens met ons allerlaatste Belgische pint in de hand voor het vertrek. Maar warempel kregen we op het vliegtuig ook nog drinken en een snack (chicken roll of spring rolls with vegetables).

Ook het afhalen van onze huurwagen, nadat we wat gewacht hadden op de shuttle bus naar het kantoortje van AutoUnion, was a piece of cake. We hebben daarna zelfs met weinig moeite en verkeer ons hippe, trendy hotel gevonden.

Toen we een eerste keer op ontdekkingstocht gingen in ons Onoma hotel gingen, ontdekten we de rooftop bar en de daarbijhorende ‘pool’, wat een een uit de kluiten gewassen badkuip bleek te zijn. We dronken er een Nymfi biertje en bleven er een beetje hangen in de avondzon.

Daarna besloten we in de buurt van het hotel iets te eten. We vonden al gauw een restaurantje Lluka, maar dat bleek dicht te zijn omwille van ‘in de rouw’. De straten rond het hotel bleken er allemaal doef (zoals in drukkend warm) en toe (zoals in alles dicht) te zijn. Dus we gingen dan maar terug naar het hotel, waar we van de lokale trendy hapjes konden genieten mét begeleiding van de huisdeejay, ons geserveerd door de ober die we gemakshalve ‘Stavros Kanniepoupolos’ doopten.

We genoten hierbij van een lokaal wijntje en een grappa (ja ik weet het, niet van de streek). Daarna gingen we moe ons bedje in.

Nog een laatste berichtje vanuit GC

Ik was nog iets vergeten. Toen we één van de eerste dagen op ons terras zaten, zei Line nog: ‘Dat is ook wel gevaarlijk, zo dichtbij die boom. Twee dagen later lag er zo’n ding in ons grasveld geploft.

Vanmorgen hadden we na onze zwem een regenbui. Daar ging ons plan om op het strand nog op te drogen. Maar tijdens onze zwem passeerde er op zo’n goede 30m iets groot, vermoedelijk een pijlstaartrog.

Op het strand zelf zagen we in de verte nog een vreemd voorwerp passeren, want er vaarde ons gewoon een sportwagen voorbij.

Last day on Grand Cayman

Ik merkte dat één van mijn berichten onder de verkeerde categorie stonden. Dus als jullie het stukje over de botanische tuin gemist hebben… Dat zou nu tussen de lijst moeten staan (The Next Chapter).

We hebben ook nog een spelletje Catan gedaan, en raad eens wie er verloor? Ik!!! Het werd al vrij duidelijk van bij het begin, want ik maakte in mijn selectie van mijn grondgebieden al behoorlijke fouten…

Gisteren zijn we met de boot naar Starfish Point gegaan, een plaats aan de andere kant van het eiland waar nogal veel zeesterren zitten.

Daarna vaarden we door naar een baai waar ‘Bioluminiscence’ algen zitten. Die gebruiken licht als afweermiddel. Als je dus in het water beweegt, heb je een blauwgroene lichtwaas rondom je. Foto’s nemen was moeilijk, maar hier alvast een beeld vanop het internet.

Vandaag nog een laatste ontbijt, een laatste standaard zwemmeke, ons huisje opruimen, een korte lunch in Ragazzi.

By the way… Elke keer dat we croissants bakten voor ons ontbijt hadden we 80% kans dat het brandalarm in de keuken afging. Uiteindelijk was het een heel ritueel. De croissants bakken tot ze nog niet ver genoeg waren, in de oven laten zitten om verder te bakken en de oven al wat te koelen. Daarna de dampkap aan en vliegensvlug de croissants er uit en onder de dampkap. Bij het laatste ontbijt lukte het!!!

En dan richting Grand Cayman Airport (zeker 10 minuten hier vandaan). Maar omdat het kan nog enkele sfeerbeelden vanin onze tuin met aangrenzend strand.

We hebben er een leuke tijd gehad, kunnen genieten van een tropisch paradijs en veel kunnen rusten. Maar hier in het toeristische gedeelte is me alles me te ‘Amerikaans’. Maar de Engelse invloeden zijn toch ook nog goed merkbaar.

De andere kant van het eiland (waar de botanische tuin is) zag er veel chiller en ‘echter’ uit. Maar toch een super eiland om even te vertoeven!!

Nog enkele vergeten beelden…

Luca/rustig dagje

Gisterenavond zijn we gaan eten bij de buren. In dat gebouw is een “Italiaans” restaurant gevestigd met de naam ‘Luca‘. We aten er buiten en net bij zonsondergang (alweer). De tafel naast ons (met zeven Amerikanen) wou 20 minuten na zonsondergang met zijn allen nog een foto gaan maken van de zonsondergang. De ober grapte tegen ons ’they will see nothing, only the clouds’. Line was er nog net snel genoeg bij.

Vandaag zou een rustig dagje worden. We hadden voor morgen een ‘Glass Bottom Boat’ trip geboekt, maar die gaat niet door ‘because of the weather conditions’. We hebben al een alternatief voor morgen bij valavond, maar daarover meer in het volgend bericht.

Vandaag hebben we, na onze dagelijkse zwem/wandel in zee, voor de lunch een tafel geboekt bij ‘Morgan’s Seafood Restaurant‘. Hieronder kan je het traject zien. Wij gaan van ons huisje tot aan het gebouw met de witte vierkante torentjes (aan de rode boei) en terug.

Bij Morgan’s aten we ‘Soft shell crab’ en ‘Crunched Conch‘ als appetizers. Dat laatste is een locale specialiteit in the Cayman Islands.

Daarna koos Line voor de ‘Seafood Crêpes’ en ik voor de ‘Thai Seafood Green Curry’. Alles was super!

Misschien heb ik er al iets over verteld in een vorige post, maar kippen heb je hier overal op het eiland. Het zijn een beetje de duiven van bij ons. Gisteren was onze gids in de tuinen er kwaad op omdat ze al zijn groenten opvreten die hij plant. Ze liepen zelfs gewoon de resto in en uit, achternagelopen door de obers.

Cayman… the next chapter

Ondertussen hebben we een ochtendritueel hier op de Caraïben. We zwemmen zo’n 500m naar de rode boei op Seven Miles Beach en terug. En terug natuurlijk. Daarna is een verfrissing op het strand natuurlijk noodzakelijk. Ik weet het, het is een IPA. Maar het was al 10u30!

Omdat het beter uitkwam in de planning, besloten we eens te lunchen ipv te dineren. We vonden toch wel een barbeque restaurantje op wandelafstand van ons huisje, zeker!

Daarna hebben we de Cayman Spirits Company bezocht. Dit is de enige rhum ter wereld die gerijpt wordt onder de zeespiegel. Helaas willen ze de locatie van de vaten niet prijsgeven. Na een uitgebreide proeverij van witte tot heel donkere rhum, mochten we ook hun likeuren proeven (banaan, cocos, Triple Sec, Amaretto, …).

Vandaag stond, na onze ochtendzwem, de botanische tuin op de planning. Onze chauffeur was van Jamaica, man! In de botanische tuin toonde onze tourgids ons de nationale boom van Jamaica (de naam ontsnapt me even). Onze chauffeur deed de tour mee en kende de gids goed. Het was de heel andere kant van het eiland (this is the north side, man) en hij vond het de moeite niet om tussendoor terug te rijden naar de stad. Hij was niet akkoord met de gids dat die boom de nationale plant van Jamaica was, en had een heel andere plant in gedachten. Om één of andere reden maakte hij een rookgebaar.

Die heel lange staak met de gele ’tsjoepen’ er op is een soort cactus die je alleen in de ‘Wonderfull Cayman’ vindt. De gele tsjoepen zijn de bloemen ervan.

In dit park zijn er flink wat blauwe leguanen. Er zijn ook veel medicinale kruiden en er is een ‘color garden’ waar de verschillende delen ingedeeld per kleur bloem.

Er was ook een typisch ‘Cayman House’ zoals ‘back in the days’. Met buitentoilet en alles.

Bye-bye jetlag

Het is nu dinsdagochtend en we denken dat we eindelijk in het Cayman ritme zitten. Als we onze tuin doorlopen, staan we rechtstreeks op het strand. Je zou er zelfs kunnen aan wennen.

De eerste avond zijn we gaan dineren bij Ragazzi, een Italiaans geïnspireerd restaurant op wandelafstand van onze Casa Caribe condo.

Overdag zijn we gewoon wat gaan wandelen op de ‘Seven Miles Beach’ en hebben we wat gelezen en zo. De bevolking is hier heel verscheiden. Er zijn er bij die heel goed lijken op Bob Marley en ook zo praten, een andere groep die meer Hawaiaans lijkt, zoals de dame van onze nu al reeds vast taxi dienst ‘Marcy’. En natuurlijk een hele stapel inwijkelingen van over heel de wereld.

Wat toeristen betreft zijn het vermoedelijk voornamelijk Amerikanen. Alles lijkt hier dan ook heel Amerikaans. Bij de restaurants moet het ook allemaal heel snel gaan. En je kan hier betalen met Cayman of US dollars.

Gisteren zijn we naar de ‘Turtle Center’ geweest. Daar kweken ze zeeschildpadden op om ze daarna terug in de vrije natuur los te laten. De volwassen dieren wegen tot 150kg en zijn behoorlijk indrukwekkend.

De temperatuur is hier 26-29°, en zelfs wanneer het bewolkt is, zoals vandaag, dan is dat nog meer dan warm genoeg. Maar indrukwekkend blijven toch die super mooie zonsondergangen vanuit onze ’tuin with a view’!

Brussel > Washington

Gisteren na bijna een uur vertraging – omdat het zo druk was aan de security in Bussels Airport – toch een goede en vlotte vlucht gehad naar Washington DC. Door de 6 uren tijdsverschil was het resultaat gisteren avond en vannacht een stevige jet-lag. We hebben met half gesloten ogen nog wat gegeten in het hotel en een heel klein beetje Netflix gekeken, maar bij mij ging al vlug het licht uit. Ik heb nog vrij goed en zeer veel geslapen, maar Caroline is de helft van de nacht wakker geweest. Straks vertrekken we alweer met het volgende vliegtuig naar het Zuiden. Dan gaan we normaal gezien van 10° en regen naar 26°. En volgende week zijn we dan nog één nacht terug in het Westin Washington Dulles hotel. Grand Cayman, here we come…

Mooie liedjes

…duren niet lang. Dus ook aan deze reis komt een eind. Het was weer een leuke, grappige en interessante reis. En dankzij Emirates zijn we ook terug thuis geraakt. Nog een laatste foto van team Bali op de luchthaven in Denpasar en… weg zijn wij!