Terug van weggeweest

Onze laatste dag in Normandië is alweer voorbij. We hebben echt gelukt gehad met het weer, en ook deze laatste dag was geen uitzondering. We verlieten na het ontbijt het Mercure hotel in Cabourg om een bezoek te brengen aan Livarot, waar we de Graindorge kaasfabriek gingen bezoeken. Natuurlijk kochten we er ook enkele heerlijke kaasjes. De Livarot kaas leerde ik kennen bij een vorig bezoek aan de Normandie en ik was direct verkocht.

Op weg naar huis had ik nog een zeevruchten restaurant geboekt in Honfleur, namelijk de ‘Bistro du Port’. We verorberden er een majestueuze en super verse zeevruchten schotel met kreeft, krab, wulken, tapijtschelpen, kreukels, garnalen, langoestines, … Na dit laatste smaakvolle afscheid van Normandië konden we moe maar voldaan onze terugrit naar huis aanvangen.

Le Mont Saint Michel

We zijn er uiteindelijk dan toch nog eens geraakt en Bart kan de Mont Saint Michel nu ook van zijn To-Do lijst schrappen. En alweer hadden we heel veel gluk met het goede weer. Ook nu alleen maar regen terwijl we in de wagen zaten.

We zijn 60% op de Mont geraakt, en tegen dan was onze goesting om trappen te doen een beetje over. Bij Mère Poulard stonden ze terug gretig aan te schuiven om eitjes aan € 35 (of zoiets) te nuttigen. Wij zijn een beetje doorgereden en hebben bij ‘La Ferme Saint-Michel‘ het présalé lamsvlees gaan eten. Dit is ook een specialiteit van den berg. Dat deden we pas eens we door de slagbomen geraakt zijn, want het restaurant bleek in een afgesloten gebied te liggen… Ik wil jullie toch het (vermoedelijke) recept van de omelet van Mère Poulard niet achterhouden.

Daarna reden we nog door naar het ‘War Cemetary’ van Bayeux, maar daar hadden we minder geluk met het weer, want het begon goed te gieten. Maar het werd toch stilaan donker. ‘s Avonds zijn we in het hotel blijven hangen, want niemand had honger na de uitgebreide maaltijd in de ferme (foie gras, présalé, kaas en dessert). Dus na het nuttigen van enkele locale biertjes zijn we in ons bedje gekropen, moe van de zeelucht.

Landingsdingen

Vandaag hebben we een paar belangrijke plaatsen van de landing in Normandië bezocht. We zijn gestart in Sainte-mère-église waar we het kerkje met bijbehorende parachutist bezochten. Daarna bezochten we er het Airborne museum, wat trouwens wel de moeite is.

Na een korte middaglunch ging onze escapade verder naar Pointe du Hoc en Omaha beach. We hebben trouwens heel veel geluk met het weer. Telkens we aan het stappen zijn, is het droog en bij momenten zelfs zonnig. Eens in de wagen begint het spontaan te regenen.

Afsluiten deden we in Dives-sur-Mer, waar we het schitterend restaurant ‘A l’Intution’ leerden kennen. Dit is trouwens zeker een bezoekje waard als je hier in de buurt bent. Heerlijke keuken met verrassende combinaties. Tof idee om de mensen niet te laten kiezen tussen kaas of dessert, en een dessertbord te voorzien met allemaal kaasbereidingen (zelfs met roomijs van Camenbert!). Doen!!!

Bonjour Cabourg

We zijn twee jaar geleden al eens op doorreis geweest in deze streek, maar hebben door Corona- en andere toestanden toch nog enkele dingen gemist die we wilden zien. Dus daarom kwamen we nu nog eens terug voor enkele dagen.

Na een tussenstop in Pont l’ Evecque om er enkele flessen lokaal straf appelsap te degusteren en te kopen, was het einddoel in zicht: Cabourg.

Deze keer verblijven we in het Mercure Hotel in Cabourg, omdat dit vrij centraal gelegen is tussen de plaatsen die we willen zien. Een klein, maar mooi hotel met spa en zwembad. Bij onze aankomst hebben we Cabourg bezocht, hebben we daar in de ‘Etoile de Mer‘ niet zo heel goed gegeten en te veel betaald en zijn we via het casino naar de dijk gestapt.

Aangezien het weer nog best wel meeviel na enkele regenbuien, besloten we om toch nog iets te gaan bezoeken. We reden dan ook gezwind naar Arromanches, om er de achtergelaten pontons en andere landingvaartuigen te gaan bekijken. We zijn er daarna beland in een toffe bar en hebben er dan nog verrassend OK gegeten in het ‘Hotel de Normandie‘. Ik gebruik de term verrassend, omdat ik er bij de eerste aanblik niet van overtuigd was dat het zou meevallen.

In het terugrijden werden er vanop de achterzetel dan ook geanimeerde gesprekken gevoerd met zinnen als “oe iet diene grafuup neu uuk alwére? Tumulus!” en “Daddes ier zuudoinig pikkedoenker dadde zelfs nie ziet dadda neeverst de zie aan ‘t raaien zaat”. In het naar Cabourg rijden deed Iris al een eerst poging met “Ik ben aan het dingenen op mijn derde”.