Niet gemaakt om Chinees te poepen

Een mens moet durven eerlijk zijn met zichzelf. Blijkbaar ben ik niet gemaakt om Chinees te poepen. Dat is nu al de tweede keer op rij dat ik verlies. En niet voorlaatste of zo… Gewoon de laatste. Eergisteren was Bart de winnaar. Vandaag Iris weer. Ik wil ook eens!!!

Morgen meer van onze activiteiten van vandaag.

Carnac

Vandaag was een grijze dag. We beslisten om naar de megalieten van Carnac te gaan kijken. Om Iris een beetje te sparen besloten we om een rondje met de trein te doen door het dorp, Trinite-sur-Mer en de homo sapiens stenen. In het treintje waren gelukkig alle rijen afgesloten van elkaar en was iedereen verplicht om tijdens de volledige rit zijn/haar mondmasker aan te houden. Line was in de wolken. Ze haaft oude stenen gezien!

Daarna reden we naar Quiberon om daar in de Bar de Marine een zevruchten schotel te nuttigen. Ze hadden geen volledige zeevruchten schotel, maar een Assiette de Marine met wulken, scampi’s, langoustines en oesters was wel mogelijk. We vulden dit aan met een bordje schelpdieren waarvan de naam mij alweer ontsnapt (ik heb hem nochthans een keer of drie gehoord). Daarna aten we Sint-Jacobsvruchten met een puree van zoete aardappel, Iris een roggevleugel en Bart een entrecote. Bart dacht vermoedelijk dat dit ook een vis was :-). Maar hij heeft wel zijn Frans een beetje kunnen oefenen met de cafébazin met de gevleugelde woorden ‘Boshoer citron’!

Na dit heerlijke maal begon het zowaar te regenen en zijn we teruggereden naar ons huisje. Daar hebben we boerenbridge (door sommigen Chinees Poepen genoemd) gespeeld. Bart won… ‘s Avonds konden we genieten van een perfect in de oven opgewaardeerd stokbrood dat bart NIET liet aanbakken.

Ik vond zowaar nog een Frans biertje, gebrouwen van schotse mout dat gerookt geweest is boven de turf. Lekker, maar geen topper…

Iris van de dag: ‘Waar is mijn rugzak nu naar toe? Iris, kijk eens op uw rug!’

Verkenning van het schiereiland

Gisteren was een mooie, zonnige dag en we waren dan ook allemaal vrij vroeg uit de veren om hiervan maximaal te kunnen genieten. ‘s Morgens zijn we na een bezoekje aan de lokale Spar met goede moed vertrokken om een stuk van het schiereiland te verkennen, maar alras vroeg Iris ‘Willen jullie mij eens een pleziertje doen? Draai hier eens rechtsaf naar Port Ivy?’.

Dat hebben we dan ook maar gedaan. Port Ivy is een klein vissersdorp waar we vroeger al eens kwamen eten. Iris heeft een verleden met Quiberon, want ze kwam hier vroeger jaarlijks duiken. Ik speelde die tijd in mijn ‘Star Trek’ grotten in de rotsen. Ja, zelfs op jeugdige leeftijd was ik al beetje een Trekkie.

Een klein marktje lonkte ons, maar net voor dat marktje lag een mooi en gelukkig niet zo heel druk terras waar we eerst nog aan één van de zeven werken van barmhartigheid konden doen. Een plaatseljke schone (en dat mag je echt wel letterlijk nemen) bediende ons, en wij stelden ons al voor hoe Bart met deze jongedame zou staan tegeldansen. Hij met zijn neus in haar navel, zij met haar armen bovenop zijn hoofd geleund. Ze was immers uitzonderlijk lang…

Daarna zijn we teruggereden naar ons huisje om daar een baguette met locale producten te eten (onder andere andouilles). Toen gebeurde er iets wat nog niet veel voorviel. Ik deed zelfs een middagdutje.

‘s Middags konden we onze verkenningstocht verder zetten en bezochten we enkele mooie uitkijkpunten op een ander deel van het schiereiland. We gingen op zoek naar een rots een gat in, een soort boog dus. Iris herinnerde zich die rots, maar we zochten eerst op de verkeerde plaatsen. Dit leverde ons wel mooie, rustige wandelingen op.

Uiteindelijk kwamen we wel aan bij de Arche de Port Blanc en waren we dolblij dat we de desbetreffende rots gevonden hadden!

Na een bezoekje aan het ‘Hotel de Bretagne’ in Quiberon, waar we, uitgedroogd door onze wandelingen, alweer hetzelfde werk van barmhartigheid in praktijk brachten met een lokaal gerstenat, was de tijd aangebroken om terug huiswaarts te keren.

‘s Avonds stond er een maaltijd in ons huisje op het programma. We hadden in de Super U bouchot mosselen gekocht en zouden dit (om in het thema te blijven) klaarmaken met Calvados. Ik heb er ook nog een beetje bio appelsap aan toegevoegd van op onze ‘Calvados Experience’ uitstap en wat provencaalse kruiden. Ze waren schitterend!! We hebben die zelfs nog op onze rotsen in ons tuintje kunnen opeten. Met vers gebakken stokbroodjes die we voor deze gelegenheid zelfs niet hebben laten aanbakkan. En een lekker looksausje die bart voor ons maakte en waardoor ik al bijna twee dagen beneden in de zetel kon slapen.

Eerste avondmaal / ontbijt

Gisteren zijn we aangekomen in ons vakantiehuisje op het schiereiland van Quiberon. We zijn nog snel wat charcuterie, brood en andere nuttige dingen (bier) gaan sprokkelen in een U supermarkt. Zo hadden we eten voor een eerste sobere maaltijd in ons huisje.

Eén ding is ondertussen wel duidelijk. De koeken nog een beetje opwarmen en bloggen tegelijk gaan niet samen.

Hotel

De eerste avond aten we in het hotel, omdat het aangeprezen stond als beste restaurant van de streek. Het was zeer lekker, maar we hadden er niet echt een wauw gevoel bij en goedkoop was het niet…

Ik blijf dan ook bij mijn mening dat het niveau van de restaurants in België gemiddeld hoger ligt dan hier in Frankrijk. Maar ik heb natuurlijk nog niet alle Franse (en ook niet alle Belgische) restaurants al bezocht.

Het hotel was mooi. Een oud kasteeltje van één of andere locale industrieel. Met een zeer mooie tuin er aan en midden op een rivier. Maar het deed wel wat oubollig aan en kon hier en daar wel een opknapbeurt gebruiken.

Calvadoos & Beaches

Een eerste stop was onderweg bij een maisveld met een labyrinth, waar we moesten zoeken naar de leuze van een vikinggroep.

Daarna zijn we naar Pont l’Eveque geweest, zowat de belangrijkste (of meest gekende plaats) van de Calvados departement, gekend voor zijn digestifs gemaakt van appeltjes. We hebben er een rondleiding gedaan in de stijl van de grote champagnehuizen (veel lichteffecten, mooie decors en mooie filmpjes), maar het was zeer interessant. De rondleiding eindigde natuurlijk met een degustatie, en daar we voor de vader van Bart een paar oude flessen moesten meebrengen, mochten we zelfs de 18 jaar en de Auguste XO (20 jaar) edities proeven. En we hebben ze nog een drietal gratis glaasjes afgesnoept.

Ons einddoel van deze dag waren de stranden waar de landing van Normandië plaatsgevonden heeft, meer specifiek Omaha en Utah Beach. De bedoeling was om daarna nog naar Mère Saint Eglise te gaan, maar door tijdsgebrek en andere oorzaken zijn we er niet geraakt.

Ook onze laatste stop van die dag was bij een graanveld, en dat kon wel eens aan mijn spijsverteringsstelsel liggen…

Doelen 2

Een doel dat ik mezelf gesteld heb is het cultiveren van een vorm van haargroei op mijn kin. Alle begin is moeilijk, maar er zijn toch al wat stoppels merkbaar op mijn aangezicht. Die blijken uiteenlopende kleuren te hebben. Blijkbaar is het begrip ‘lappenkat’ niet van toepassing, want dit komt enkel voor bij dieren van de vrouwelijke soort.

(Ook hier volgen de foto’s nog)

Doelen

Een mens moet af en toe een doel hebben in zijn leven. Een van onze doelen tijdens deze reis is het bijschaven van Bart zijn kennis Frans. En misschien leren we hem nog een tweede taal.

Wat het Frans betreft zijn we gisteren begonnen met de woorden die een beetje gelijklopend zijn in het Nederlands, zoals daar zijn; courgette, aubergine, chipolata, merguez, citron, stop, tomate en piekdorseur. Bart kan dan ook al probleemloos zinnen uitspreken als ‘Bonjour courgette, belle citron maintenant et j’ai soif’. De laatste twee woorden kon hij blijkbaar al.

De tweede taal die we hem willen aanleren is het Iris’. Dat is een taal in telegramstijl waar men alle overbodige woorden schrapt en rekent op de creativiteit van de toehoorders om een volledige zin te bouwen. Een voorbeeld. Wanneer je naar een wijnrank staat te kijken en iemand zegt in het Iris ‘ze moeten eerst bevroren zijn’, dan wil dit eigenlijk zeggen ‘Om eiswein te maken moeten de druiven eerst eens bevroren zijn om ze te mogen plukken.’.

Gisteren ving ik nog een tweede zin op in de wagen. Die was: ‘Bart, jouw blazertje staat omhoog, hé?’. Wat die preceis wil zeggen weet ik niet.

Pont Audemer en Giverny

Na een paar uren rijden kwamen we aan op onze verblijfplaats voor de eerste dagen, Hotel Belle Isle sur Risle in het Normandische plaatsje Pont Audemer. Na onze gemondmaskerde rondleiding in de chateau, was het al 13u30 en dringend tijd om een kleinigheid te eten.

Na een korte rit vanop ons eiland (het hotel ligt midden op een rivier) wenkte onze eerste creperie met een gezwind enthousiasme ons toe.

Bij dit ‘feestmaal’ hoorde tevens al een eerste lokale creatie. Bart zijn maag was duidelijk al wat beter, want hij kon toch al een beetje genieten van zijn Salade Nordique.

Als ‘eerste dag’ uitstap leek Giverny ons wel een goed idee. Dat dorp is vooral gekend voor zijn bekendste kunstenaar Monet. De Monet foundation, met het Monet huis en zijn beroemde tuin met de brug over de vijver konden we niet beezoeken, want dit was enkel na reservatie via het internet (Corona shit). Maar we hebben er wel een wandelingetje doorheen het schilderachtige Giverny gemaakt en even halt gehouden aan het graf van Monet.

Natuurlijk bezochten we er ook de lokale horeca. Daar mijmerden we weg met verhalen over hoe het zou zijn mochten wij een mus zijn. Ik zou, als jonge mus, in elk geval sierlijk naar beneden fladderen uit een boom, dan stijlvol landen op de rugleuning van een terrasstoel, mijn landing glansrijk missen en terwijl ik krampachtig de leuning van de stoel zou vasthouden met mijn twee pootjes zou ik met mijn muilke tegen de achterzijde van die leuning kwakken. Daarna zou ik van vermoeidheid één pootje moeten lossen. En dan een tweede. Het gevolg zou zijn dat ik een fractie van een seconde later met mijn verendeken tussen de keitjes zou belanden…

Op hetzelfde terras zat een eenzame dame, samen met haar twee suggestieborden te genieten in de zon.

Bewogen start

Nadat Bart eerst enkele Messenger berichten stuurde van ‘ik ben de hele nacht onpasselijk geweest, heb niet geslapen en ga niet mee’ volgde overleg tussen de rest van ons gezelschap. En we besloten om toch te vertrekken. Eventueel kon Bart ook achterkomen. Maar nog geen uur daarna volgde een telefoontje in de stijl van ‘ik heb een uurtje kunnen slapen en voel me veel beter, maar jullie zijn al vertrokken, zeker?’.

Gelukkig waren we nog onderweg naar Kruishoutem om daar de koeken bij de bakker op te pikken en van daaruit onze reis verder te zetten. Dus we pikten gewoon de koeken én Bart op!