Ik was nog iets vergeten. Toen we één van de eerste dagen op ons terras zaten, zei Line nog: ‘Dat is ook wel gevaarlijk, zo dichtbij die boom. Twee dagen later lag er zo’n ding in ons grasveld geploft.
Vanmorgen hadden we na onze zwem een regenbui. Daar ging ons plan om op het strand nog op te drogen. Maar tijdens onze zwem passeerde er op zo’n goede 30m iets groot, vermoedelijk een pijlstaartrog.
Op het strand zelf zagen we in de verte nog een vreemd voorwerp passeren, want er vaarde ons gewoon een sportwagen voorbij.
Ik merkte dat één van mijn berichten onder de verkeerde categorie stonden. Dus als jullie het stukje over de botanische tuin gemist hebben… Dat zou nu tussen de lijst moeten staan (The Next Chapter).
We hebben ook nog een spelletje Catan gedaan, en raad eens wie er verloor? Ik!!! Het werd al vrij duidelijk van bij het begin, want ik maakte in mijn selectie van mijn grondgebieden al behoorlijke fouten…
Gisteren zijn we met de boot naar Starfish Point gegaan, een plaats aan de andere kant van het eiland waar nogal veel zeesterren zitten.
Daarna vaarden we door naar een baai waar ‘Bioluminiscence’ algen zitten. Die gebruiken licht als afweermiddel. Als je dus in het water beweegt, heb je een blauwgroene lichtwaas rondom je. Foto’s nemen was moeilijk, maar hier alvast een beeld vanop het internet.
Vandaag nog een laatste ontbijt, een laatste standaard zwemmeke, ons huisje opruimen, een korte lunch in Ragazzi.
By the way… Elke keer dat we croissants bakten voor ons ontbijt hadden we 80% kans dat het brandalarm in de keuken afging. Uiteindelijk was het een heel ritueel. De croissants bakken tot ze nog niet ver genoeg waren, in de oven laten zitten om verder te bakken en de oven al wat te koelen. Daarna de dampkap aan en vliegensvlug de croissants er uit en onder de dampkap. Bij het laatste ontbijt lukte het!!!
En dan richting Grand Cayman Airport (zeker 10 minuten hier vandaan). Maar omdat het kan nog enkele sfeerbeelden vanin onze tuin met aangrenzend strand.
We hebben er een leuke tijd gehad, kunnen genieten van een tropisch paradijs en veel kunnen rusten. Maar hier in het toeristische gedeelte is me alles me te ‘Amerikaans’. Maar de Engelse invloeden zijn toch ook nog goed merkbaar.
De andere kant van het eiland (waar de botanische tuin is) zag er veel chiller en ‘echter’ uit. Maar toch een super eiland om even te vertoeven!!
Gisterenavond zijn we gaan eten bij de buren. In dat gebouw is een “Italiaans” restaurant gevestigd met de naam ‘Luca‘. We aten er buiten en net bij zonsondergang (alweer). De tafel naast ons (met zeven Amerikanen) wou 20 minuten na zonsondergang met zijn allen nog een foto gaan maken van de zonsondergang. De ober grapte tegen ons ’they will see nothing, only the clouds’. Line was er nog net snel genoeg bij.
Vandaag zou een rustig dagje worden. We hadden voor morgen een ‘Glass Bottom Boat’ trip geboekt, maar die gaat niet door ‘because of the weather conditions’. We hebben al een alternatief voor morgen bij valavond, maar daarover meer in het volgend bericht.
Vandaag hebben we, na onze dagelijkse zwem/wandel in zee, voor de lunch een tafel geboekt bij ‘Morgan’s Seafood Restaurant‘. Hieronder kan je het traject zien. Wij gaan van ons huisje tot aan het gebouw met de witte vierkante torentjes (aan de rode boei) en terug.
Bij Morgan’s aten we ‘Soft shell crab’ en ‘Crunched Conch‘ als appetizers. Dat laatste is een locale specialiteit in the Cayman Islands.
Daarna koos Line voor de ‘Seafood Crêpes’ en ik voor de ‘Thai Seafood Green Curry’. Alles was super!
Misschien heb ik er al iets over verteld in een vorige post, maar kippen heb je hier overal op het eiland. Het zijn een beetje de duiven van bij ons. Gisteren was onze gids in de tuinen er kwaad op omdat ze al zijn groenten opvreten die hij plant. Ze liepen zelfs gewoon de resto in en uit, achternagelopen door de obers.
Ondertussen hebben we een ochtendritueel hier op de Caraïben. We zwemmen zo’n 500m naar de rode boei op Seven Miles Beach en terug. En terug natuurlijk. Daarna is een verfrissing op het strand natuurlijk noodzakelijk. Ik weet het, het is een IPA. Maar het was al 10u30!
Omdat het beter uitkwam in de planning, besloten we eens te lunchen ipv te dineren. We vonden toch wel een barbeque restaurantje op wandelafstand van ons huisje, zeker!
Daarna hebben we de Cayman Spirits Company bezocht. Dit is de enige rhum ter wereld die gerijpt wordt onder de zeespiegel. Helaas willen ze de locatie van de vaten niet prijsgeven. Na een uitgebreide proeverij van witte tot heel donkere rhum, mochten we ook hun likeuren proeven (banaan, cocos, Triple Sec, Amaretto, …).
Vandaag stond, na onze ochtendzwem, de botanische tuin op de planning. Onze chauffeur was van Jamaica, man! In de botanische tuin toonde onze tourgids ons de nationale boom van Jamaica (de naam ontsnapt me even). Onze chauffeur deed de tour mee en kende de gids goed. Het was de heel andere kant van het eiland (this is the north side, man) en hij vond het de moeite niet om tussendoor terug te rijden naar de stad. Hij was niet akkoord met de gids dat die boom de nationale plant van Jamaica was, en had een heel andere plant in gedachten. Om één of andere reden maakte hij een rookgebaar.
Die heel lange staak met de gele ’tsjoepen’ er op is een soort cactus die je alleen in de ‘Wonderfull Cayman’ vindt. De gele tsjoepen zijn de bloemen ervan.
In dit park zijn er flink wat blauwe leguanen. Er zijn ook veel medicinale kruiden en er is een ‘color garden’ waar de verschillende delen ingedeeld per kleur bloem.
Er was ook een typisch ‘Cayman House’ zoals ‘back in the days’. Met buitentoilet en alles.
Het is nu dinsdagochtend en we denken dat we eindelijk in het Cayman ritme zitten. Als we onze tuin doorlopen, staan we rechtstreeks op het strand. Je zou er zelfs kunnen aan wennen.
De eerste avond zijn we gaan dineren bij Ragazzi, een Italiaans geïnspireerd restaurant op wandelafstand van onze Casa Caribe condo.
Overdag zijn we gewoon wat gaan wandelen op de ‘Seven Miles Beach’ en hebben we wat gelezen en zo. De bevolking is hier heel verscheiden. Er zijn er bij die heel goed lijken op Bob Marley en ook zo praten, een andere groep die meer Hawaiaans lijkt, zoals de dame van onze nu al reeds vast taxi dienst ‘Marcy’. En natuurlijk een hele stapel inwijkelingen van over heel de wereld.
Wat toeristen betreft zijn het vermoedelijk voornamelijk Amerikanen. Alles lijkt hier dan ook heel Amerikaans. Bij de restaurants moet het ook allemaal heel snel gaan. En je kan hier betalen met Cayman of US dollars.
Gisteren zijn we naar de ‘Turtle Center’ geweest. Daar kweken ze zeeschildpadden op om ze daarna terug in de vrije natuur los te laten. De volwassen dieren wegen tot 150kg en zijn behoorlijk indrukwekkend.
De temperatuur is hier 26-29°, en zelfs wanneer het bewolkt is, zoals vandaag, dan is dat nog meer dan warm genoeg. Maar indrukwekkend blijven toch die super mooie zonsondergangen vanuit onze ’tuin with a view’!
Gisteren na bijna een uur vertraging – omdat het zo druk was aan de security in Bussels Airport – toch een goede en vlotte vlucht gehad naar Washington DC. Door de 6 uren tijdsverschil was het resultaat gisteren avond en vannacht een stevige jet-lag. We hebben met half gesloten ogen nog wat gegeten in het hotel en een heel klein beetje Netflix gekeken, maar bij mij ging al vlug het licht uit. Ik heb nog vrij goed en zeer veel geslapen, maar Caroline is de helft van de nacht wakker geweest. Straks vertrekken we alweer met het volgende vliegtuig naar het Zuiden. Dan gaan we normaal gezien van 10° en regen naar 26°. En volgende week zijn we dan nog één nacht terug in het Westin Washington Dulles hotel. Grand Cayman, here we come…
…duren niet lang. Dus ook aan deze reis komt een eind. Het was weer een leuke, grappige en interessante reis. En dankzij Emirates zijn we ook terug thuis geraakt. Nog een laatste foto van team Bali op de luchthaven in Denpasar en… weg zijn wij!
Vandaag moesten Bart en ik nog eens vroeg uit de veren voor een cooking class Balinese keuken. Pick-up was voorzien om 7u30. We reden eerst naar de morning market waar vlees, vis, groenten en fruit te koop werden aangeboden. Daarna reden we naar de ‘keuken’ voor onze workshop. Maar eerst kregen we ter plaatse nog een klein ontbijtje.
Dit stond er op het kookprogramma:
Sate Ayam (met zelfgemaakte pindasaus)
Spring Rolls (ook de deegvelletjes en de dipsaus maakten we zelf)
Opor Ayam (white curry)
Nasi Goreng
Beef Bumbu Bali
Pisang Rai
Kortom, een komplete menu om u tegen te zeggen. Het eerste half uur bestond voornamelijk in het pletten van allerlei groenten- en kruidenmengelingen voor de verschillende gerechten.
Tussen de gerechten door waren er proefpauzes voorzien. De curry’s moesten immers vrij lang koken (2 uur voor de Bumbi Bali). Onze groep bestond voornamelijk uit Australiërs, aangevuld met een gezin Engelsen.
Terug in het hotel kregen we van Putu, onze vaste Bali gidse,te horen dat we vannavond opgepikt werden voor ons transport naar de luchthaven. We hadden gelezen dat we drie nachten in dit hotel hadden, maar blijkbaar reserveren ze de kamer een dag extra als er een zeer laat vertrek is (wij vertrekken om 00u05 morgenochtend). Ik had gehoopt op nog een super uitgebreid ontbijtje en nog een extra rustdag. Voor het telefoontje van Putu hadden we zelfs afgesproken om vanavond nog op de avondmarkt enkele snacks te gaan eten. Maar helaas…
Caroline had nog zin in een massage, wat ze in het hotel dan ook liet doen. Die was blijkbaar zalig, met een koud theetje vooraf en een warm gember theetje achteraf.
We hebben er dan vandaag maar een rustdag van gemaakt en zijn nu nog onze valiezen aan het herschikken. Nog een laatste zwemmeke in de pool, een spelletje Oh Hell, een laatste douche en een ijsje in het hotel. And then…. back to Dubai and to Brussels. Bye-Bye Bali!! Maar wel een dag eerder dan we dachten :-).
We zijn inmiddels aangekomen in ons laatste hotel, de Alantara Sanur. Nog enkele dagen rust en de vakantie zit er op. Sanur is gelegen aan de zuidkust van Bali, en vlakbij Denpasar, vanwaar we via Dubai terugvliegen naar Brussel.
Gisteren zijn we naar een tempel in de zee geweest, de Tanah Lot. Deze tempel is afgesloten van het vasteland bij eb en bereikbaar bij vloed. Een beetje als de Mont Saint Michel, maar dan veel kleiner. Na een poosje rondgewandeld te hebben was het tijd voor een Bali coffee / thee met Pisang Goreng (gebakken banaan).
Bij de koffie fluisterde onze gids ons geheimzinnig toe “Die half afgewerkte toren is een project van Donald Trump, maar door Covid is dat bedrijfje failliet gegaan en is de bouw gestopt”. Het leek wel het grootste staatgeheim, want ze deed heel mysterieus.
We kregen er zelfs een serenade van een lokale ‘muzikant’. Bart profiteerde er tevens nog eens van om een ‘shoppi’ te doen.
Bart had gevraagd om een boeddhistische tempel te kunnen zien. Er zijn niet zo heel veel boeddhisten in Bali, maar onze gids vond toch een geschikte tempel in Denpasar. Ze had er zelf nog nooit geweest en kon er ons dus niet zo heel veel over vertellen. Ze had echter wel geurstokjes voorzien zodat we een wens konden doen. De tempel deed wat chinees aan en was zeker een bezoekje waard.
Na deze uitstap reden we door naar onze eindbestemming, alwaar we een heel late lunch namen (15u30). Tussen lunch en avondeten deden we enkele spelletjes Oh Hell op ons terrasje. We hoorden en zagen bij valavond iets dat Bart omschreef als een “vleerhond, een grote vleermuis”. Ik vroeg me luidop af of er dan ook zoiets bestond als een vleerkoe. Een nog veel grotere vleermuis.
’s Avonds aten we dan ook maar rond 21u. Ook bij het diner hoorden we de vleerhond opnieuw. Bart vroeg aan één van de studentjes die aan het opdienen was “What bird is that that we hear?”. De laatste schreeuw van de ‘vleerhond’ was echter al een paar minuten geleden, en het meisje keek hem niet begrijpend aan. Ik heb haar dan maar uit de nood geholpen door te zeggen: “He is a bit crazy.”. Dit begreep ze wel.
Daar zowel de douche als het toilet voorzien waren van glazen deuren, beloofde Bart plechtig met zijn bloot gat tegen het raam te gaan staan wanneer Iris zou voorbijkomen voor het toilet. Het zal me benieuwen…
Gisteren stond er een vrije dag op het programma. Omdat Ubud een aaneenrijging is van toeristenwinkeltjes, massage dingen en restaurants en echt overvol van de toeristen, besloten we om toch wat uitstappen te maken. Putu, onze Balinese gids vroeg ons of we het erg vonden dat ze niet zou mee gaan, want ze had andere verplichtingen. Ze ging wel vervoer regelen voor ons, door een (beetje) Engelssprekende chauffeur.
De dag ervoor stond het Balinese dansen al op het programma, maar dit werd uitgesteld daar we er door de drukte niet geraakten. Nu gingen we dus extra vroeg vertrekken. Het resultaat was dat er bijna geen verkeer was. Onze chauffeur deed zijn uiterste best om zo traag mogelijk te rijden, maar we waren nog een half uur te vroeg. We profideerden er dan ook van om op een ‘local market’ een Sate Ayam te nuttigen en een soepje met schapenvlees en veel kaffir. Het was njammie…
De Balinese dans omschreef Bart als ‘speciaal’. En dat was het ook. We hadden in het verleden in Indonesië al eens zo’n voorstelling meegemaakt. Maar deze was af en toe een beetje komisch gemaakt voor de toeristen. Zo had het zwijn die gedood werd een heel grote erectie wanneer hij bijna dood op de grond lag. Het bleek achteraf zijn staart te zijn.
Daarna ging de reis naar verder naar het Mason olifanten kamp. Daar nuttigden we onze lunch (voor sommigen pizza met veel te veel kaas en veel te weinig tandoori), gingen we naar de olifanten gaan kijken en deden we een ritje op een olifant. Terwijl we langzaam de aangelegde jungle in tjokten, begon onze olifant ’temmer’ te zingen van ‘The Lion sleeps tonight’. We hebben er dan maar ‘The Elephant Sleeps tonight’ van gemaakt en een beetje meegezongen. Hilariteit alom.
De olifant van Bart en Iris bleek toen ook nog een beetje te veel darm- en blaasinhoud te hebben en er kwam een kolkende rivier, gevolgd door een tiental drollen met de grootte van een kleine voetbal. Aangezien de desbetreffende olifant een mannetje was, reageerde onze oli-driver met ‘very big Anaconda’. We hadden er graag foto’s van getoond, maar waren te verrast om onze smartphone ter hand te nemen.
Naast die jungle waren er blijkbaar ook hanengevechten aan de gang. Toen Bart aan zijn oli-driver vroeg of die legaal waren, bevestigde die dat de weddenschappen op hanengevechten illegaal zijn, maar ‘you just pay the police and they leave’.
Bart was dan weer supergelukkig dat hij eens zo’n grote slurf in de handen kon nemen.
Bij het terugkeren naar het hotel had onze chauffeur zich een beetje vergist en heb ik hem toen proberen leren dat we dat in het Nederlands een ‘afslagsken gemist’ noemen. Hij probeerde het niet te herhalen.
Dit was onze laatste nacht in het hotel in Ubud. En dat is maar best, want Iris blijkt een afkeer tegen de trapjes in het hotel te hebben. Of is het een bewondering? Want ze wil ze allemaal van heel dichtbij zien.